Meesterproef

De meesterproef bestaat uit 4 onderdelen, waarbij in totaal 22 technieken uitgevoerd moeten worden en 11 producten opgeleverd moeten worden. Tijdens de eerste examendag moet elke deelnemer laten zien wat hij of zij in huis heeft en staat het slachten en vlees verwerken centraal. Vakslagers die binnen de branche zijn opgeleid tot beoordelaars schrijven hun bevindingen op en sturen dit door naar de commissie Meesterslager. Als dit goedgekeurd wordt door de commissie, mag de deelnemer door naar de tweede ronde. Daar moet een businessplan en communicatieplan opgesteld worden en een theorie-toets behaald worden. Als de toets gehaald is en de plannen goedgekeurd zijn door de commissie, mag de deelnemer door naar het laatste traject: worstmakerij. Als het hele traject succesvol is afgerond is de titel een feit.

Intensief project

“Je moet wel echt alle onderdelen van het slagersvak goed beheersen om de meesterproef te kunnen halen: van uitbenen tot worst maken en alles wat daarbij komt kijken. Daarnaast is het belangrijk dat je stressbestendig en uiterst precies bent en je moet een fijne motoriek hebben. Alles moet juist zijn: op de juiste tijd en de juiste plek. Als je al die facetten niet op een hoog niveau beheerst kun je de proef ook nooit halen. Het is een intensief project en het vergt natuurlijk veel energie omdat er vijf man om je heen staat, maar het is enorm mooi om te doen. Je bent bezig om het beste in jezelf naar boven te halen. Als je dat uiteindelijk lukt geeft dat een enorme ontlading.”